Het meisje met de halve ster

Productinformatie "Het meisje met de halve ster"
De half-Joodse Debra overleeft het bombardement op Rotterdam. Ze ontmoet een wolf die uit de Rotterdamse Diergaarde is ontsnapt en er ontstaat een bijzondere vriendschap.
Eigenschappen "Het meisje met de halve ster"
Auteur: Judith Visser
Genre: Oorlog en verzet
Onderwerp: Bombardementen, Dierentuinen, Mens-dier relatie, Rotterdam, Wereldoorlog II
Aantal pagina's: 460
Jaar van uitgave: 2023

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Narcis
Een pakkende psychologische roman over een kunstrestaurateur en zijn Weense vrienden tijdens de Tweede Wereldoorlog en de decennia daarvoor. Het boek begin in 1948 te Haarlem, waar schilder en restaurateur Manno terugblikt op zijn jeugd in Wenen. Hij verhuisde na de dood van zijn moeder in 1916 als tienjarige jongen van Haarlem naar de door oorlog gehavende stad Wenen. In zijn nieuwe omgeving voelt hij zich aanvankelijk verloren, maar tijdens een zomerkamp sluit hij vriendschap met vijf andere kinderen. Deze vriendschap blijkt bestand tegen de vele uitdagingen die de decennia daarna volgen. Wanneer Hitler aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog Oostenrijk binnenvalt, worden de vrienden geconfronteerd met de noodzaak om persoonlijke keuzes te maken in een veranderende wereld. Het boek verkent thema’s als vriendschap, verraad en homoseksualiteit. Vaardig en met aandacht voor historische details geschreven. Judith Fanto (1969) is een Nederlandse jurist, spreker en auteur..
De kraanvogels vliegen naar het zuiden
Een psychologische roman over een oude Zweedse man en de moeizame relatie met zijn zoon. Bo, een 89-jarige man, ziet zijn lichaam langzaam aftakelen. Zijn leven wordt voornamelijk gevuld met herinneringen aan het verleden. Zijn vrouw Fredrika is opgenomen in een verzorgingshuis, waardoor hij alleen achterblijft met zijn hond Sixten, zijn enige troost en houvast. Bo's zoon Hans wil Sixten weghalen, omdat hij denkt dat zijn vader niet meer voor de hond kan zorgen. De dreiging van dit goedbedoelde ingrijpen bemoeilijkt zijn relatie met zijn vader, het tegengestelde van waar hij naar op zoek is. Het liefste wat hij wil is de juiste woorden vinden om zijn liefde voor zijn vader te uiten. De veranderende maatschappelijke normen over mannelijkheid en vaderschap zijn een belangrijk thema in het verhaal. Direct en in de eerste persoon geschreven vanuit het perspectief van Bo, waarbij hij soms zijn afwezige vrouw toespreekt. Lisa Ridzén (1988) is een Zweedse socioloog en schrijver. Ze deed onderzoek naar mannelijkheidsnormen. ‘De kraanvogels vliegen naar het zuiden’ is haar debuutroman..
Rose
Rose is de naam van de grootmoeder van de auteur (1959). De geschiedenis begint in 1920 en schetst de situatie van een Joodse familie tegen de achtergrond van Europa dat door de Eerste Wereldoorlog verwoest is. De familie woont in Duitsland waar frustratie bestaat over het verlies van de oorlog, dat economisch bankroet is, arm en vernederd en opgezadeld is met herstelbetalingen. Dat alles blijkt weer een voedingsbodem te worden voor de Tweede Wereldoorlog. Het knappe van het verhaal is dat aan de hand van het geschilderde portret van een gezin de wanhoop en de dreiging van gevaar voelbaar worden in de tussenliggende jaren. Hoofdpersoon Rose ontmoet een Nederlandse dominee en vestigt zich in Nederland. Andere leden van de familie waaieren uit over Europa en daarbuiten, in een poging het noodlot te ontvluchten, namelijk de opkomst van de nationaalsocialisten. De roman laat voelen hoe de situatie steeds drukkender, onheilspellender en antisemitischer wordt. Indringend en goed geschreven.
Een Duitse fantasie
De roman is opgebouwd uit verschillende verhaallijnen die soms duidelijk en soms minder duidelijk met elkaar te maken hebben, maar als overkoepelend thema de Tweede Wereldoorlog hebben. Een vluchtende ex-bewaker van een concentratiekamp, een vrouw die haar geliefde mist, een oude man die terugdenkt aan een openluchtconcert vlak na de oorlog, een meisje in een bejaardentehuis dat een oude man moet helpen eten en daar helemaal geen zin in heeft. Ook wordt via brieven en een interview de mogelijke verdwijning van de kunstenaar Franz Marc beschreven. Hij overleed in 1940, maar is misschien al eerder van de radar verdwenen. Philippe Claudel (1962), schrijver van een groot en imposant oeuvre, laat aan de hand van enkele personages de pijnlijke kant van de oorlog oplichten. Wie was er goed en wie fout, wat weten we van al die naamloze slachtoffers of de familieleden en geliefden van hen die verdwenen zijn? Een intrigerende en originele reconstructie van enkele roemloze levens die niet vergeten mogen worden. Zeer de moeite waard.
De opgang
Begin 2000 leert de auteur het boek “Zoon van een ‘foute’ Vlaming” van Adriaan Verhulst kennen. Hij komt daardoor te weten dat hij 20 jaar in een huis gewoond heeft dat lange tijd bewoond werd door een SS'er. De auteur ontwikkelt twee verhaallijnen. Enerzijds is er het levensverhaal van Willem Verhulst. Over zijn gezin, waarbij vooral zijn echtgenote, een pacifistisch Mientje, en zijn minnares Griet in beeld komen. De auteur schetst hoe Willem evolueert tot een overtuigde en radicale flamingant en collaborateur met de Duitse bezetter. Anderzijds is er de woning die een zekere onweerstaanbare aantrekkingskracht op de auteur had en die hij in een opwelling kocht in 1979. In de kamers van het huis liggen heel wat verhalen bezonken. Beide verhaallijnen, die elkaar afwisselen, zijn gebaseerd op historische feiten en uitgebreid bronnenmateriaal, aangevuld met de verbeelding van de auteur. Het geheel is mooi in elkaar gevlochten tot een boeiend en spannend verhaal. Waar oorlog woedt, sympathiseren mensen met de bezetter of gedragen zich als patriot of verzetsstrijder. De auteur werkte het universele thema van de collaboratie subliem uit. Foto’s van voorwerpen en plaatsen illustreren de tijd van toen. Stefan Hertmans (1951) is auteur van 'Oorlog en terpentijn' en 'De bekeerlinge'.
Bij mij ben je veilig
De Amerikaanse auteur kruipt in de huid van Stefania Podgórska, een Pools katholiek meisje van zestien dat onderdak verschaft aan Joodse mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De lezer volgt Fusia, zoals ze genoemd wordt, in alles wat ze doet, zit in haar gedachten, voelt haar angst en deelt de (talrijke) momenten waarop ze, telkens weer, haar eigen veiligheid blootstelt aan het gevaar van ontdekking met onherroepelijk de dood tot gevolg. De schrijfster baseert zich op de (ongepubliceerde) memoires van Stefania Podgórska die ze via Podgórska's zoon Ed in 2017 heeft gekregen. Een eerbetoon aan een moedige, onverschrokken heldin, een hulde aan medemenselijkheid, getoond in de meest barre omstandigheden. Het verhaal leest als een trein. Korte zinnen schroeven het tempo op, zeker wanneer er op een kwade dag in 1944 twee Duitse verpleegsters een kamer in het huis bezetten terwijl op zolder dertien onderduikers proberen zich stil te houden en te overleven dankzij Fusia. En ja, ook de liefde vlamt op. Een geromantiseerd overlevingsverhaal? Ja, maar de wetenschap dat het berust op een realiteit die niet vergeten mag worden, vergoedt veel.
De ondergrondse leesclub
Een vrouw neemt een Joods meisje in huis op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Als Londen gebombardeerd wordt, starten ze samen een leesclub in de schuilkelders.
Zolang er nog tranen zijn
Na Kristallnacht 1938 besluiten de joodse ouders van Hannelore Klein uit Berlijn te emigreren. Met veel moeite krijgen ze een visum voor Cuba en vertrekken op 13 mei 1939, maar bij aankomst weigert Cuba de 937 joodse passagiers op te nemen. Als na wekenlang onderhandelen het schip moet terugkeren naar Europa, willen Frankrijk, België, Engeland en Nederland mensen opnemen. Het gezin Klein komt eerst terecht in Amsterdam, maar na de Duitse bezetting in Westerbork, tot juli 1942 vluchtelingenkamp voor Duitse joden dat valt onder Justitie. Daarna wordt het een nazi-kamp en vanaf 14 juli 1942 vinden er de beruchte dinsdagtransporten naar de vernietigingskampen plaats. Het gezin Klein gaat naar Auschwitz, Hannelore overleeft als enige. De auteur (1927-2015) schreef haar herinneringen in 1990 op om er vanaf te zijn, niet voor publicatie. Nu zijn ze gelukkig postuum alsnog uitgegeven. Goed geredigeerd, van noten, nawoord en familiefoto's voorzien door haar zoon, schrijver Arnon Grunberg, is dit boek moedig, ontroerend en belangrijk.