Zolang er nog tranen zijn

Productinformatie "Zolang er nog tranen zijn"
Na Kristallnacht 1938 besluiten de joodse ouders van Hannelore Klein uit Berlijn te emigreren. Met veel moeite krijgen ze een visum voor Cuba en vertrekken op 13 mei 1939, maar bij aankomst weigert Cuba de 937 joodse passagiers op te nemen. Als na wekenlang onderhandelen het schip moet terugkeren naar Europa, willen Frankrijk, België, Engeland en Nederland mensen opnemen. Het gezin Klein komt eerst terecht in Amsterdam, maar na de Duitse bezetting in Westerbork, tot juli 1942 vluchtelingenkamp voor Duitse joden dat valt onder Justitie. Daarna wordt het een nazi-kamp en vanaf 14 juli 1942 vinden er de beruchte dinsdagtransporten naar de vernietigingskampen plaats. Het gezin Klein gaat naar Auschwitz, Hannelore overleeft als enige. De auteur (1927-2015) schreef haar herinneringen in 1990 op om er vanaf te zijn, niet voor publicatie. Nu zijn ze gelukkig postuum alsnog uitgegeven. Goed geredigeerd, van noten, nawoord en familiefoto's voorzien door haar zoon, schrijver Arnon Grunberg, is dit boek moedig, ontroerend en belangrijk.
Eigenschappen "Zolang er nog tranen zijn"
Auteur: Hannelore Grünberg-Klein
Onderwerp: Jodenvervolging, Nederland, Verhalen, Wereldoorlog II
Aantal pagina's: 172
Jaar van uitgave: 2015

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Rose
Rosita Steenbeek schrijft over het bewogen leven van haar grootmoeder Rose en de lotgevallen van haar joodse familie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Rose is de dochter van een joodse moeder en een Duitse vader. In 1929 verliest zij haar hart aan Gerard, een Nederlandse dominee, en samen vestigen zij zich in Klaaswaal, een dorpje onder de rook van Rotterdam In de jaren dertig waaiert Roses joodse familie uit over de wereld, op de vlucht voor Hitlers antisemitische bewind. Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen en op 14 mei ziet Rose de bommen op Rotterdam vallen. Haar man sluit zich aan bij het verzet en wordt opgepakt. Door spelingen van het lot komen leden van Roses familie in de oorlog aan verschillende kanten van het front terecht. Rosita Steenbeek, bekend van haar vele romans en boeken over Rome, schrijft met Rose een boek over een grote liefde tussen twee mensen, maar ook over goed en kwaad, over vergeving en over hoe moeilijk het is om de wereld in te delen in zwart en wit.
Mijn favoriete recept (Eenvoudig Lezen)
In oktober 2008 verscheen van Catherine Keyl 'Catherine & Friends, over eten & emotie'*. In dat boek interviewde zij negentien bekende Nederlanders over hun herinneringen aan het het eten in hun jeugd, hun eetgewoonten, wat ze het liefst eten en zij vroeg hen een recept te geven. Uit die negentien geïnterviewden werden er voor dit boekje voor mensen die moeite hebben met lezen, tien gekozen onder wie Joop Braakhekke, Danny de Munck, Sonja Bakker en Gerda Havertong. De interviews zijn ingekort en herschreven in heel eenvoudige taal, net als de recepten. Dat zijn dezelfde als in 'Catherine & Friends', maar weer versimpeld wat tekst en aanwijzingen betreft, al is het recept van Catherine zelf, Cocquilles met Noilly Prat, tamelijk exclusief vergeleken bij de overige recepten voor 2, 4 of 6 personen die wel algemeen verkrijgbare en betaalbare ingrediënten bevatten. Eenvoudige pocketuitgave met als omslag een collage van portretfoto's van de tien Bekende Nederlanders in kleur. Bij elk interview dezelfde foto, nu in zwart-wit; de receptfoto's vervielen. Duidelijke schreefloze letter, overzichtelijke lay-out. Voorin een inhoudsopgave, geen receptenregister.
De hofdame
De Britse auteur (1932), dochter van een graaf, was dertig jaar lang hofdame van prinses Margaret (1930-2002), de jongere zus van Elizabeth II. Ze waren al van kinds af aan bevriend. Ze vertelt in deze fascinerende memoires op een amusante manier over haar connecties met de Britse royals. Dat doet ze met respect, zonder geroddel. Zo zet ze Margaret eerder neer als eigenzinnig dan als onsympathiek. Ook vertelt ze met de nodige zelfspot over haar eigen minstens zo interessante privéleven en haar huwelijk met een baron die zich zijn leven lang ronduit bizar gedroeg, waarbij ze zichzelf niet spaart en bijvoorbeeld kritisch terugkijkt op haar afstandelijke rol als moeder. In haar kringen was het normaal dat nanny’s de opvoeding regelden en de ouders amper in beeld waren. Twee van haar zoons stierven een tragische dood, een derde raakte in coma. Het biedt een interessant inkijkje in de levens van de superrijke adel. Zo is het doodnormaal om even naar India te vliegen om te shoppen of om een privé-eiland te kopen.
Rinkeldekink
'Rinkeldekink' van Martine Bijl gaat over de hersenbloeding die zij kreeg in september 2015. Na haar langdurige herstel in een revalidatieoord, waar zij vrijwel alles opnieuw moest leren, bracht ze nog enkele maanden door in een ziekenhuis, waar ze behandeld werd voor depressie. Haar taalvermogen bleef onaangetast. Over therapeuten, over welzijnstaal, de valklas en de ergotherapie, over angsten en wanen, over hoe het voelt als iemand anders in je brein is gekropen en daar de boel dreigt over te nemen schrijft ze eerlijk, met wrange humor, zonder opsmuk en daardoor indrukwekkend.
Een Duitse fantasie
De roman is opgebouwd uit verschillende verhaallijnen die soms duidelijk en soms minder duidelijk met elkaar te maken hebben, maar als overkoepelend thema de Tweede Wereldoorlog hebben. Een vluchtende ex-bewaker van een concentratiekamp, een vrouw die haar geliefde mist, een oude man die terugdenkt aan een openluchtconcert vlak na de oorlog, een meisje in een bejaardentehuis dat een oude man moet helpen eten en daar helemaal geen zin in heeft. Ook wordt via brieven en een interview de mogelijke verdwijning van de kunstenaar Franz Marc beschreven. Hij overleed in 1940, maar is misschien al eerder van de radar verdwenen. Philippe Claudel (1962), schrijver van een groot en imposant oeuvre, laat aan de hand van enkele personages de pijnlijke kant van de oorlog oplichten. Wie was er goed en wie fout, wat weten we van al die naamloze slachtoffers of de familieleden en geliefden van hen die verdwenen zijn? Een intrigerende en originele reconstructie van enkele roemloze levens die niet vergeten mogen worden. Zeer de moeite waard.
De opgang
Begin 2000 leert de auteur het boek “Zoon van een ‘foute’ Vlaming” van Adriaan Verhulst kennen. Hij komt daardoor te weten dat hij 20 jaar in een huis gewoond heeft dat lange tijd bewoond werd door een SS'er. De auteur ontwikkelt twee verhaallijnen. Enerzijds is er het levensverhaal van Willem Verhulst. Over zijn gezin, waarbij vooral zijn echtgenote, een pacifistisch Mientje, en zijn minnares Griet in beeld komen. De auteur schetst hoe Willem evolueert tot een overtuigde en radicale flamingant en collaborateur met de Duitse bezetter. Anderzijds is er de woning die een zekere onweerstaanbare aantrekkingskracht op de auteur had en die hij in een opwelling kocht in 1979. In de kamers van het huis liggen heel wat verhalen bezonken. Beide verhaallijnen, die elkaar afwisselen, zijn gebaseerd op historische feiten en uitgebreid bronnenmateriaal, aangevuld met de verbeelding van de auteur. Het geheel is mooi in elkaar gevlochten tot een boeiend en spannend verhaal. Waar oorlog woedt, sympathiseren mensen met de bezetter of gedragen zich als patriot of verzetsstrijder. De auteur werkte het universele thema van de collaboratie subliem uit. Foto’s van voorwerpen en plaatsen illustreren de tijd van toen. Stefan Hertmans (1951) is auteur van 'Oorlog en terpentijn' en 'De bekeerlinge'.
Bij mij ben je veilig
De Amerikaanse auteur kruipt in de huid van Stefania Podgórska, een Pools katholiek meisje van zestien dat onderdak verschaft aan Joodse mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De lezer volgt Fusia, zoals ze genoemd wordt, in alles wat ze doet, zit in haar gedachten, voelt haar angst en deelt de (talrijke) momenten waarop ze, telkens weer, haar eigen veiligheid blootstelt aan het gevaar van ontdekking met onherroepelijk de dood tot gevolg. De schrijfster baseert zich op de (ongepubliceerde) memoires van Stefania Podgórska die ze via Podgórska's zoon Ed in 2017 heeft gekregen. Een eerbetoon aan een moedige, onverschrokken heldin, een hulde aan medemenselijkheid, getoond in de meest barre omstandigheden. Het verhaal leest als een trein. Korte zinnen schroeven het tempo op, zeker wanneer er op een kwade dag in 1944 twee Duitse verpleegsters een kamer in het huis bezetten terwijl op zolder dertien onderduikers proberen zich stil te houden en te overleven dankzij Fusia. En ja, ook de liefde vlamt op. Een geromantiseerd overlevingsverhaal? Ja, maar de wetenschap dat het berust op een realiteit die niet vergeten mag worden, vergoedt veel.