De hemel bestaat niet

Productinformatie "De hemel bestaat niet"
Als kind praatte Jannetje Koelewijn nooit met haar vader, er was weinig echt contact, maar aan het eind van zijn leven krijgt hij de behoefte te praten over zijn leven, huwelijk en het mislukken daarvan. Hij wil met haar praten alsof zij geen vader en dochter zijn. De neerslag van deze uitvoerige gesprekken, en die met Jannetjes moeder, vormen dit boek. Ook het leven van de grootouders en het milieu waaruit zij allen kwamen (gereformeerden uit Spakenburg) komen uitgebreid ter sprake. Wim Koelewijn (1929) was de zoon van een gereformeerde politieman uit Amsterdam en kleinzoon van een Spakenburgse visser. Hij streefde altijd naar beter en hoger. Zijn kinderen gingen allemaal studeren, zelf werd hij na zijn pensionering nog meester in de rechten, maar onderweg raakt hij zijn vrouw, de liefde van zijn leven, kwijt. Ook zijn geloof is wankel. Boeiend, indringend, zeer openhartig portret van twee mensen en hun (gezins)leven, dat zowel de aangename als de onaangename kanten laat zien, intieme details niet schuwt, soms pijnlijk eerlijk en hard is, maar altijd liefdevol. Achterin een verantwoording van de auteur. Koelewijn is redacteur bij NRC Handelsblad en publiceerde onder meer de interviewbundel 'De alledaagse dood : gesprekken over het einde van het leven'
Eigenschappen "De hemel bestaat niet"
Auteur: Jannetje Koelewijn
Onderwerp: 20e eeuw, Families, Nederland
Aantal pagina's: 288
Jaar van uitgave: 2011

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Aan de oevers van de Bosporus
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog leeft de zesjarige Irfan Orga in heerlijke welvaart in Istanbul. 's Ochtends wordt hij wakker gekust door zijn stralende moeder, die sinds haar huwelijk in totale afzondering leeft; 's middags wandelt hij met zijn grootvader, de laatste getooid met fez, naar het koffiehuis. Altijd is er de geur van de nabije zee en het geluid van de vogels in de tuin. De oorlog zorgt echter voor dramatische veranderingen in het gezin, dat nooit meer hetzelfde zal zijn. 'Aan de oevers van de Bosporus' is het onvergetelijke verhaal van de overlevingsstrijd van een Turkse familie.
Kenau
Haarlem, 1572. De stad wordt belegerd en langzaam uitgehongerd door de Spanjaarden. Kenau Simonsdochter Hasselaer, de (spreekwoordelijk geworden) vrouw uit één stuk en voor de duivel niet bang, roept zo'n driehonderd vrouwen op het noodlot niet af te wachten, maar hun lot zelf in de hand te nemen. Zij aan zij vechten ze vanaf de stadswallen met de soldaten. Het gaat er niet zachtzinnig aan toe: ze gooien hete pek, kokende olie en brandende hoepels over de hoofden van de aanstormende vijand. De vrouwen worden gedreven door angst, omdat de Spanjaarden kort daarvoor een waar bloedbad hebben aangericht onder de vrouwen en kinderen van Zutphen en Naarden. Kenau vertelt het pakkende verhaal van een moedige Hollandse vrouw in oorlogstijd, gebaseerd op een aantal waargebeurde voorvallen in een barre, maar belangrijke episode van onze geschiedenis.  
Fortuna's kinderen
Na haar boekenweekgeschenk 'Leon en Juliette' van 2020 ging Annejet verder op zoek naar de geschiedenis van de families Herckenrath en De Fremery in Monster, Nederland, in Charleston, South Carolina en San Francisco, Californië. Leon Herckenrath was de eerste Hollandse ondernemer, die het omstreeks 1830 in Charleston ging proberen, later gevolgd door zijn schoonzoon-koopman James de Fremery die rond 1850 in San Francisco zijn geluk beproefde en er tot grote welstand kwam. Bijzonder is de zwarte component in deze families als gevolg van de vrijmaking van de slavin en zijn latere vrouw Juliette door Leon in Charleston. Compleet met kaarten, stambomen, noten, literatuur, archieven en websites verhaalt Van der Zijl op de haar bekende levendige wijze over deze families, die naast grote voorspoed in de negentiende eeuw later ook achteruitgang kende. Uit familiearchieven zijn foto’s in kleur (katern) en in zwart-wit door het gehele boek opgenomen, dat een feest is om te lezen.
Het pauperparadijs
Aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis beschrijft journaliste Suzanna Jansen (1964) anderhalve eeuw Nederlandse armoede en wat daar aan gedaan werd, te beginnen met het heropvoedingexperiment in Veenhuizen in Drente. Jansen ontdekte dat haar overgrootmoeder in 1856 werd geboren in een van de drie grote gestichten in Veenhuizen. Hier probeerde men sinds 1823 wezen, landlopers, arme stadsgezinnen en andere arme sloebers via hard werken, tucht en orde te heropvoeden tot nuttige, keurige burgers. Een goed en toegankelijk geschreven, heel boeiend en aangrijpend stuk sociale geschiedenis. Honderd jaar pogingen om de sociale onderklasse te verheffen is erin verbonden met de persoonlijke geschiedenis van een familie die hiermee van doen had, zich aan de ellende, de vernederingen en het onrecht wist te ontworstelen en 'van een dubbeltje een kwartje' werd. Met stamboom en twee katernen met zwart-witfoto's, uitgebreide bronvermelding en verantwoording van de illustraties. Volgens demograaf Carel Harmsen van het CBS heeft 'ten minste een op de zestien Nederlanders voorzaten die een heropvoeding hebben ondergaan in de Drentse paupergestichten van de negentiende eeuw'
Aleksandra
Kleindochter Lisa beschrijft de geschiedenis van haar Oekraïense familie, waarin haar grootmoeder Aleksandra en haar neef Kolja centraal staan, tegen de achtergrond van circa honderd jaar geschiedenis van de Oekraïne.
Gisèle
Een oorlogsroman en een op ware feiten gebaseerde liefdesgeschiedenis van drie mensen – de getalenteerde glazenierster Gisèle d’Ailly van Waterschoot van der Gracht, dichter Adriaan Roland Holst (‘Jany’ voor intimi) en de ambitieuze actrice Mies Peters – verbonden door hun hartstocht voor het theater, de beeldende kunst en de poëzie. De oorlog dwingt uiteindelijk iedereen om de keuze te maken tussen buigen of barsten, goed en fout, haat en liefde. Te midden van alle vernietiging, honger en geweld is de kunst de enige manier om te overleven.
Pier en oceaan
De roman verhaalt van de jeugdjaren van Abel Roorda. Op Abels karakter zijn de religieuze afkomst, de familieverhoudingen, het Friese en Zeeuwse landschap en de tijdgeest van de jaren vijftig en zestig van grote invloed. In het eerste deel staan centraal de labiele moeder, haar ervaringen met haar familie, het geloof, haar in zichzelf gekeerde man en de kinderjaren van Abel. Dit deel is vooral een familiegeschiedenis. In het tweede deel probeert Abel hiervan los te komen. Hij wordt zelfstandiger, zoekt zijn plaats in de wereld, raakt zijn geloof kwijt en zet zich af tegen zijn egocentrische vader en streng gelovige grootvader. Een belangrijk thema is zijn seksuele ontwikkeling, waardoor dit deel ook een liefdesroman is geworden. Deze kroniek van een jongensleven heeft de allure van Vestdijks Anton Wachterromans. Abels ontwikkeling is met groot inlevingsvermogen geschreven. De bijna fatale gebeurtenis op een zandplaat brengt hem tot zelfinzicht. Klein menselijk leed bepaalt de dramatiek in deze mooie roman. Bekroond met de Gouden Boekenuil.
De tuinen van Buitenzorg
Jan Brokken gaat in ‘De tuinen van Buitenzorg’ op zoek naar de geschiedenis van zijn moeder, die in 1935 naar Nederlands-Indië verhuisde en in 1947 terugkeerde naar een verwoest Nederland.