Wael

Productinformatie "Wael"
Wael is een 26-jarige ICT-student aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij groeide op in Syrië en was 19 toen de oorlog uitbrak. In dit boek doet Suzanna Jansen, die ook de bestseller 'Het pauperparadijs' schreef, verslag van wat Wael meemaakte in Syrië en tijdens zijn vlucht en asielprocedure in Nederland. In 2010 woont hij met zijn familie in een goede buurt in Homs. Hij studeert en heeft een baan en een vriendin. Als de oorlog begint, keert hij zich tegen Assad en zet zich in voor vluchtelingen en gewonden via het Rode Kruis. Omdat het leger hem zoekt, vlucht hij. Na Libanon en Egypte komt hij als bootvluchteling vanuit Libië naar Italië. Van daaruit belandt hij via Frankrijk en België in Nederland. Na verschillende AZC's en baantjes lukt het hem om zich in te schrijven bij de VU en weer te gaan studeren. Een goed (in de ik-vorm) geschreven, confronterend boek dat een intrigerend beeld geeft van hoe het leven van een gewone jongen opeens kan omslaan in een achtbaan van angstaanjagende belevenissen.
Eigenschappen "Wael"
Auteur: Suzanna Jansen
Onderwerp: Syrische vluchtelingen, Verhalen
Aantal pagina's: 174
Jaar van uitgave: 2019

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Mijn favoriete recept (Eenvoudig Lezen)
In oktober 2008 verscheen van Catherine Keyl 'Catherine & Friends, over eten & emotie'*. In dat boek interviewde zij negentien bekende Nederlanders over hun herinneringen aan het het eten in hun jeugd, hun eetgewoonten, wat ze het liefst eten en zij vroeg hen een recept te geven. Uit die negentien geïnterviewden werden er voor dit boekje voor mensen die moeite hebben met lezen, tien gekozen onder wie Joop Braakhekke, Danny de Munck, Sonja Bakker en Gerda Havertong. De interviews zijn ingekort en herschreven in heel eenvoudige taal, net als de recepten. Dat zijn dezelfde als in 'Catherine & Friends', maar weer versimpeld wat tekst en aanwijzingen betreft, al is het recept van Catherine zelf, Cocquilles met Noilly Prat, tamelijk exclusief vergeleken bij de overige recepten voor 2, 4 of 6 personen die wel algemeen verkrijgbare en betaalbare ingrediënten bevatten. Eenvoudige pocketuitgave met als omslag een collage van portretfoto's van de tien Bekende Nederlanders in kleur. Bij elk interview dezelfde foto, nu in zwart-wit; de receptfoto's vervielen. Duidelijke schreefloze letter, overzichtelijke lay-out. Voorin een inhoudsopgave, geen receptenregister.
De hofdame
De Britse auteur (1932), dochter van een graaf, was dertig jaar lang hofdame van prinses Margaret (1930-2002), de jongere zus van Elizabeth II. Ze waren al van kinds af aan bevriend. Ze vertelt in deze fascinerende memoires op een amusante manier over haar connecties met de Britse royals. Dat doet ze met respect, zonder geroddel. Zo zet ze Margaret eerder neer als eigenzinnig dan als onsympathiek. Ook vertelt ze met de nodige zelfspot over haar eigen minstens zo interessante privéleven en haar huwelijk met een baron die zich zijn leven lang ronduit bizar gedroeg, waarbij ze zichzelf niet spaart en bijvoorbeeld kritisch terugkijkt op haar afstandelijke rol als moeder. In haar kringen was het normaal dat nanny’s de opvoeding regelden en de ouders amper in beeld waren. Twee van haar zoons stierven een tragische dood, een derde raakte in coma. Het biedt een interessant inkijkje in de levens van de superrijke adel. Zo is het doodnormaal om even naar India te vliegen om te shoppen of om een privé-eiland te kopen.
Rinkeldekink
'Rinkeldekink' van Martine Bijl gaat over de hersenbloeding die zij kreeg in september 2015. Na haar langdurige herstel in een revalidatieoord, waar zij vrijwel alles opnieuw moest leren, bracht ze nog enkele maanden door in een ziekenhuis, waar ze behandeld werd voor depressie. Haar taalvermogen bleef onaangetast. Over therapeuten, over welzijnstaal, de valklas en de ergotherapie, over angsten en wanen, over hoe het voelt als iemand anders in je brein is gekropen en daar de boel dreigt over te nemen schrijft ze eerlijk, met wrange humor, zonder opsmuk en daardoor indrukwekkend.
Toen ik je zag
Isa Hoes (1967) en Antonie Kamerling (1966) leren elkaar in 1990 kennen tijdens audities voor de soapserie 'Goede Tijden Slechte Tijden'. Ze worden verliefd op elkaar, gaan samenwonen en trouwen. Het stel krijgt twee kinderen: Vlinder en Merlijn. Isa en Antonie spelen beiden in verschillende televisieseries, speelfilms, toneelstukken en musicals. Voor de buitenwereld zijn ze een geslaagd en stralend paar, maar Antonie kampt steeds vaker met depressies, terwijl Isa het gezin bij elkaar probeert te houden. Antonie’s depressies worden zo erg dat hij op 6 oktober 2010 een einde aan zijn leven maakt. In dit boek vertelt Isa over het leven met haar grote liefde Antonie, vanaf het moment dat ze elkaar leren kennen tot de periode na zijn dood. Een indrukwekkend en aangrijpend relaas over het leven met een partner die manisch-depressief is.
Zolang er nog tranen zijn
Na Kristallnacht 1938 besluiten de joodse ouders van Hannelore Klein uit Berlijn te emigreren. Met veel moeite krijgen ze een visum voor Cuba en vertrekken op 13 mei 1939, maar bij aankomst weigert Cuba de 937 joodse passagiers op te nemen. Als na wekenlang onderhandelen het schip moet terugkeren naar Europa, willen Frankrijk, België, Engeland en Nederland mensen opnemen. Het gezin Klein komt eerst terecht in Amsterdam, maar na de Duitse bezetting in Westerbork, tot juli 1942 vluchtelingenkamp voor Duitse joden dat valt onder Justitie. Daarna wordt het een nazi-kamp en vanaf 14 juli 1942 vinden er de beruchte dinsdagtransporten naar de vernietigingskampen plaats. Het gezin Klein gaat naar Auschwitz, Hannelore overleeft als enige. De auteur (1927-2015) schreef haar herinneringen in 1990 op om er vanaf te zijn, niet voor publicatie. Nu zijn ze gelukkig postuum alsnog uitgegeven. Goed geredigeerd, van noten, nawoord en familiefoto's voorzien door haar zoon, schrijver Arnon Grunberg, is dit boek moedig, ontroerend en belangrijk.
Het pauperparadijs
Aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis beschrijft journaliste Suzanna Jansen (1964) anderhalve eeuw Nederlandse armoede en wat daar aan gedaan werd, te beginnen met het heropvoedingexperiment in Veenhuizen in Drente. Jansen ontdekte dat haar overgrootmoeder in 1856 werd geboren in een van de drie grote gestichten in Veenhuizen. Hier probeerde men sinds 1823 wezen, landlopers, arme stadsgezinnen en andere arme sloebers via hard werken, tucht en orde te heropvoeden tot nuttige, keurige burgers. Een goed en toegankelijk geschreven, heel boeiend en aangrijpend stuk sociale geschiedenis. Honderd jaar pogingen om de sociale onderklasse te verheffen is erin verbonden met de persoonlijke geschiedenis van een familie die hiermee van doen had, zich aan de ellende, de vernederingen en het onrecht wist te ontworstelen en 'van een dubbeltje een kwartje' werd. Met stamboom en twee katernen met zwart-witfoto's, uitgebreide bronvermelding en verantwoording van de illustraties. Volgens demograaf Carel Harmsen van het CBS heeft 'ten minste een op de zestien Nederlanders voorzaten die een heropvoeding hebben ondergaan in de Drentse paupergestichten van de negentiende eeuw'
Potgieterlaan 7
Pikant is niet zozeer dat Sietze van der Zee een boek schrijft waarin hij onthult dat hij een kind van NSB-ouders is, onthullend mag heten dat deze informatie had kunnen verhinderen dat hij in 1988 hoofdredacteur van de verzetskrant Het Parool was geworden. Van der Zee heeft een familiekroniek geschreven, waaruit blijkt dat het hele gezin Van der Zee leefde in het teken van een ooit gemaakte foute keuze van zijn vader. Dat verhaal heeft een beklemmende werking, omdat nooit over de oorlog werd gesproken. Door het schrijven van dit boek heeft de schrijver zijn schaamte overwonnen. Als hij uiteindelijk de documenten in ontvangst neemt waaruit blijkt dat zijn ouders gecollaboreerd hebben en het advies krijgt deze papieren te vernietigen, antwoordt hij aan de desbetreffendende ambtenaar: 'Maar ik kan er toch niets aan doen wat er toen is gebeurd? Ik was een kind, drie, vier, vijf jaar oud!'. Bevat een 'Laatste kanttekening' waarin de auteur ingaat op enkele reacties op de eerste druk van zijn boek.