Mama Tandoori

Productinformatie "Mama Tandoori"
           Een Indiase moeder met een bevlogen en vurig karakter zwaait de scepter in het Rotterdamse gezin waarin de hoofdpersoon opgroeit. Deze jongen, die ook Ernest van der Kwast heet en later schrijver wordt, moet zich een weg naar volwassenheid zien te banen en zich ontworstelen aan zijn moeder met haar excentrieke opvattingen. De hoofdstukken lichten losse fragmenten uit Ernests jeugd uit, en dan vooral de zonderlinge streken van zijn moeder: van mensen te lijf gaan met een deegroller tot haar exuberante verzamelwoede. De luchtige, vaak ironische formuleringen roepen zulke situaties heel concreet op. Veel diepgang biedt de roman niet, maar de snedige, subtiel geformuleerde zinnetjes maken hem allerminst oppervlakkig. Hij leest als een kleurrijke schets van een onalledaagse familie. Zonder flauw te worden blijft hij tot het einde toe geestig. De auteur schreef eerder verschillende romans onder pseudoniemen, waaronder het veelgelezen en -geprezen 'Man zoekt vrouw om hem gelukkig te maken'  
Eigenschappen "Mama Tandoori"
Auteur: Ernest van der Kwast
Onderwerp: Cultuurverschillen, Moeder-zoon relatie
Aantal pagina's: 214
Jaar van uitgave: 2010

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Het gordijn
Om zijn Iraanse moeder nog één keer te zien, reist de in Nederland in ballingschap levende Abdolah met zijn vrouw naar het voor hem veilige Dubai. Daar treft hij zijn zus, met wie hij nooit gesproken heeft over de tijd dat ze door het regime gevangen was gezet, en zijn moeder, die dementerend is. De kunstenaar in Abdolah besluit mee te gaan in de ‘fictieve wereld’ die zijn moeder regelmatig betreedt en haar niet te corrigeren. Uiteindelijk realiseert hij haar grootste wens (met hem naar Mekka te gaan) door haar mee te nemen naar de grote moskee in Abu Dhabi. In het verhaal van hun ontmoeting speelt ook Abdolahs fascinatie voor het kunstmatige (fictionele) Dubai een rol. Daarnaast raakt hij gecharmeerd van de steeds opduikende gastvrouw Nastaran die mogelijk een van de buitenlandse agenten van het Iraanse regime is. Fictie en non-fictie lopen op diverse manieren door elkaar en dat is het meest intrigerende aspect van dit niet van een genreaanduiding voorziene, zeer persoonlijke boek. Abdolahs stijl is er nog steeds niet een voor fijnproevers, maar is minder exotisch dan eerder het geval was.
Na Mattias
Na een roman over een zelfmoord (‘Een uur en achttien minuten’*, 2011) en een over een psychose (‘De eerste maandag van de maand’**, 2014) nu opnieuw een boek van de auteur (1983; muziekkenner en redacteur bij NRC) waarin een noodlottige gebeurtenis een cruciale rol speelt: de verdwijning en dood van de jonge Mattias, die samenwoonde met Amber, bij een boekingskantoor werkte en muziekgroepen begeleidde. In negen hoofdstukken treden tien personages op – met hun eigen wel en wee – die op een of andere manier iets – soms veel, soms bijna niets – met Mattias te maken hebben of hadden. Hun verhalen zijn met elkaar verbonden door terugkerende personages, liefhebberijen, thematiek en/of relaties. Het resultaat is een netwerk van verhalen rond de titelfiguur, geschreven in een directe, vlotte, gevarieerde en licht ironische stijl. Vooral de hoofdstukken ‘Riet en Hendrik’ (Mattias’ grootouders), ‘Nathan’ en ‘Kristianne’ (Mattias’ moeder) zijn uitschieters, evenals het slothoofdstuk ‘Amber’, waarin duidelijk wordt hoe Mattias aan zijn einde is gekomen. Fraai uitgegeven met voorin een foto van de auteur en achterin een ‘playlist’ die aansluit bij de hoofdstukken.
Magdalena
De moeder (gestorven in 2012) van Maarten ’t Hart (1944) groeide op in Maasland in een streng gereformeerd gezin, trouwde met de streng gereformeerde grafdelver ’t Hart en hertrouwde met haar jeugdliefde. Het strenge geloof (alles is zondig), haar wantrouwen, haar angsten, haar jaloezie, koppigheid, haar afkeer van veranderingen (’geen denken aan’, was haar adagium) bepaalden haar levensgang. Ze werd beheerst door de vermeende ontrouw van haar echtgenoten. Ondanks haar kuren had Maarten ‘t Hart een sterke band met haar. In gesprekken bespreekt hij met haar geloofszaken en (de eigenaardigheden van) haar gezins- en familieleden, die soms een komisch effect hebben. Hij stelt zijn redelijkheid (en ongeloof) tegenover de godsdienstwaan en paranoia voor van alles en nog wat van zijn moeder. ‘t Hart geeft in een gevarieerde stijl in brieven, dialogen, jeugdherinneringen een intrigerend en respectvol beeld van zijn moeder. Hij tekent genadeloos het streng christelijke milieu waaruit de hij stamt en is in deze roman de boeiende chroniqueur van deze voorbije wereld.
Margje
Evenals in  ‘Knielen op een bed violen’ keert Siebelink terug naar het gezin Sievez en hun kwekerij in Velp. Dit keer staat niet de vader centraal, die in de ban raakt van een streng-christelijke groepering, maar zijn vrouw (de titelfiguur) en hun beider zonen. Tijdens een oudejaarsnacht waarin hij vergeefs wacht op zijn broer Thomas, denkt de inmiddels 73-jarige oudste zoon Ruben terug aan hoe hij voor zijn moeder het leven draaglijk probeerde te maken, verlangend naar haar liefde, terwijl zij meer gaf om zijn jongere broer. Deze op zijn beurt verlangde naar de erkenning van zijn vader die liever een dochter had gehad. In korte hoofdstukken schrijft Siebelink vooral sfeervolle scènes over het  verlangen en teleurstelling bij zowel zoons als moeder.
Ik kom terug
Het gevecht om een kist tussen moeder en zoon in de openingsscène is tekenend voor wat volgt. Deze kist is de metafoor voor wat de zoon wil weten en de moeder niet kwijt wil. De eerste en laatste zin van het boek tekent hun beider leven: ’We stonden tegenover elkaar, mijn moeder en ik’, culminerend in de kernzin: ’Jij een verhaal, ik een pil’ (76). Met het notitieblok in de hand reist Van Dis in de maanden voor haar overlijden met zijn moeder door Nederland naar bekende plekken en onbekende familieleden. Zo ontfutselt hij haar de verhalen over haar familie, haar echtgenoten, haar ervaringen in de beide wereldoorlogen, herinneringen die zij altijd voor hem verborgen heeft gehouden. Als reactie op haar ervaringen vlucht zij in de esoterie. Afstoten en aantrekken, maar ook afstand nemen en afstandelijkheid bepalen hun relatie. Verantwoordelijkheidsgevoel en respect winnen het uiteindelijk. Een sterke, afwerende, zwijgzame moeder tegenover een gevoelig en hunkerend kind dat zich altijd een buitenstaander voelde. Een mooie samensmelting van autobiografie en memoires.
Mischa
Als een weduwe, moeder en oma de mededeling van de politie krijgt dat haar zoon betrokken is bij de verdwijning van een 10-jarig jongetje, begint een nachtmerrie waarin alles waarvan ze zeker was, ineenstort.
Zeg maar Agaath
   In de feelgoodroman ‘Zeg maar Agaath’ besluit de pas weduwe geworden Agaath haar villa in Amsterdam-Zuid te ontruimen, en krijgt daarbij via een advertentie hulp van de jonge Karim. Als ze door haar spullen heen gaan komen ze oude liefdesbrieven tegen, gericht aan een mysterieuze man. Karim helpt Agaath haar oude liefde op te zoeken, en ondertussen staat zij hem bij terwijl hij uitvindt wat hij wil met zijn leven. In vlotte stijl geschreven. 'Zeg maar Agaath' zal een breed publiek aanspreken. Margôt Ros (Eindhoven, 1965) is scenarioschrijver, acteur en filmregisseur..
Moedervlekken
Sterke, biografisch getinte roman voor een breed publiek over een sterk rationaliserende man die door machten van buiten aan het wankelen wordt gebracht. De veertigplusser Otto Kadoke is een in suïcidepreventie gespecialiseerde psychiater die werkt op de crisisdienst. Nadat de Nepalese verzorgsters van zijn bejaarde joodse 'moeder' vertrokken zijn omdat hij zich aan een van hen heeft vergrepen, moet hij op zoek naar een nieuwe verzorgster. Al vroeg blijkt dat de moeder al dood is en de vader zijn depressie alleen kon overwinnen door de rol van de moeder over te nemen. Dat wordt zó knap gebracht dat je dat vaak vergeet. Als noodgreep neemt Kadoke in een poging tot ‘grensoverschrijdende psychiatrie’ een jonge suïcidale patiënte als verzorgster in huis. Daarna wordt het in dit in verhaalontwikkeling nogal pover, maar qua gedachten en thema’s rijke en vaker wrang-humoristisch boek steeds moeilijker om wat betreft hulp te bepalen wat normaal of grensoverschrijdend is, of wie redder of slachtoffer, met als motto dat we allen een voortzetting van andermans trauma’s zijn..