De kleine miezerige god
Esther Gerritsen
Productinformatie "De kleine miezerige god"
In haar derde roman kruipt de jonge Nederlandse schrijfster (1972) van o.a. ‘Normale dagen’ (2005) in het hoofd van de jonge Dominique. Dit personage is recent verhuisd naar Amsterdam, haar vader is overleden en haar moeder heeft Alzheimer. Ze lijdt onder haar eenzaamheid en om een getuige te hebben van haar goede daden, roept ze de kleine god in het leven, tegen wie ze spreekt maar die nooit ingrijpt. Ook niet als haar onheil boven het hoofd hangt, zoals een doodgeboren zoontje, wat maakt dat ze hem een miezerige god gaat noemen. Dominique raakt ook in de ban van (vaak religieuze) bluegrassmuziek. Dit is echter geen roman over geloof, maar over relaties. Zowel in haar relatie met de oude buurvrouw als met de oerlelijke vader van haar kind is het contact problematisch omdat het bij Dominique veel vragen oproept over hoe écht het contact is en haar rol daarin. Haar universum is soms ondoorgrondelijk voor de lezer, maar ondanks alle kommer en kwel valt er ook wat te lachen. Gerritsen - met haar achtergrond als toneelschrijver - is bovendien sterk in het uitwerken van scènes en dialogen..
Eigenschappen "De kleine miezerige god"
Auteur: | Esther Gerritsen |
---|---|
Genre: | Psychologisch verhaal |
Onderwerp: | Eenzaamheid, Vrouwenleven |
Aantal pagina's: | 316 |
Jaar van uitgave: | 2008, 2015 |
Aanmelden
Vergelijkbare boeken
Naar de vuurtoren
Een nieuwe vertaling van het
oorspronkelijk in 1927 gepubliceerde 'To the lighthouse’. De
familie Ramsay verblijft met hun gasten in hun zomerhuis op
het eiland Skye in Schotland. Ze plannen een boottocht naar de
vuurtoren op een eiland in de baai. Uiteindelijk zal de man
pas tien jaar later naar de vuurtoren varen. In de tussentijd
heeft de Grote Oorlog voor verval, verdriet en verlies
gezorgd. Ieder probeert in het gerede te komen met wat er is
gebeurd; de vuurtoren blijkt een baken in een veranderde
wereld. Intelligent, talig en lichtvoetig geschreven. Geschikt
voor een literaire lezersgroep.Virginia Woolf (Londen, 1882 -
Lewes, 1941) was een wereldberoemde romanschrijver. Ze schreef
tientallen boeken. Haar werk werd in meer dan vijftig landen
uitgegeven.
Van de koele meren des doods
Deze fin-de-siècle klassieker deed in zijn tijd veel stof opwaaien. De hedendaagse lezer herkent ook nu nog een bijzondere roman die een heel eigen plaats in de Nederlandse literatuur heeft verworven. Het leven van de 'fijnbesnaarde' heldin Hedwig wordt van haar jeugd tot haar dood beschreven, waarin vooral de worstelingen met haar seksualiteit, haar stand en haar doodsverlangen ontleed worden. Maatschappijkritisch en psychologisch drama. Met een uitgebreide toelichting van docent klassieke talen Els Meeuse en een voorwoord van de auteur bij de 2e druk in 1904. Kleine druk. In 1982 verfilmd door Nouchka van Brakel.
Wat stilte wil
Een historische roman over Anna
Witsen (1855-1889), gesitueerd in Amsterdam, Parijs, Utrecht,
Lage Vuursche en de literaire kringen van de Tachtigers.
Zingen is Anna’s grote geluk. Ze heeft de stem, het talent en
de ambitie, maar een carrière als zangeres is voor een meisje
uit haar milieu eind negentiende eeuw ondenkbaar. Met de
opkomst van de vrouwenbeweging breekt echter een nieuwe tijd
aan. In stil verweer oefent Anna haar stem en haar verzet, en
zet de eerste stappen in de muziek en de liefde — maar dan
blijkt dat ze buiten de macht van haar familie heeft
gerekend…‘Wat stilte wil’ is in een zachte en invoelende
literaire stijl geschreven. Een roman voor een breed tot
literair lezerspubliek met interesse in historische verhalen
over vrouwen in de kunst. Arthur Japin (Haarlem, 1956) is
schrijver van romans als ‘Vaslav', ‘Kolja’ en 'De zwarte met
het witte hart’. Hij behoort al meer dan vijfentwintig jaar
tot de belangrijkste Nederlandstalige auteurs en zijn werk is
wereldwijd vertaald en veelvuldig bekroond.
De straat
De nu in het Nederlands vertaalde roman uit 1946 was de eerste bestseller van een Afro-Amerikaanse vrouw. De auteur (1908-1997) werkte als journalist in de zwarte wijk Harlem. Ze beschrijft met veel oog voor detail het armoedige, harde leven daar, in de 116th Street. Hier bewoont de zwarte Lutie een ellendig appartement, na een mislukt huwelijk. De schrandere vrouw wil één ding: een toekomst voor haar en haar achtjarig zoontje Bub. Ze probeert tot het uiterste haar eigen American dream te verwezenlijken, maar haar huidkleur en haar fysieke schoonheid werken tegen haar. Zo komt de huismeester haar fysiek te na. Intussen draaien haar gedachten dezelfde rondjes, want ze is steeds weer terug bij af. Dat heeft ultieme gevolgen. Het boek is pamflettistisch, een woedende aanklacht tegen het door en door racistische Amerika. Het is ook een krachtige roman over wat geïnstitutionaliseerd racisme doet met mensen. Een boek dat de lezer meesleept, zeker gezien het nog steeds bestaande racisme in de VS. Om deze reden is het boek ook interessant voor jongere lezers. Een geweldige, indringende roman.
Engel en kinnari
Een historische roman over
dwalen tussen twee werelden. Java, 1895. Als pleegkind is de
Indo-Europese Louisa op haar dertiende uitgehuwelijkt. Ze wil
dolgraag weten wie haar biologische moeder is, maar haar
omgeving beweert dat afkomst er niet toe doet. Waarschijnlijk
was haar moeder een concubine, iemand die je maar beter dood
kunt zwijgen. Door veel te lezen probeert Louisa te ontsnappen
aan haar huisvrouwenbestaan in Buitenzorg. Haar vriendschap
met twee buitenstaanders geeft haar de vleugels van de
kinnari, de mythische liefdesgodin. Na veel tegenslagen
besluit ze alsnog op zoek te gaan naar haar moeder om te
ontdekken wie zijzelf nu eigenlijk is: een westerse engel of
een oosterse kinnari. ‘Engel en kinnari’ is meeslepend,
beeldrijk en prettig leesbaar geschreven. Voor een brede tot
literaire lezersgroep. Dido Michielsen (Amersfoort, 1957) is
een Nederlandse schrijver. Haar debuut 'Lichter dan ik’ won de
Boekhandelsprijs 2020 en werd genomineerd voor de Libris
Literatuur Prijs
Het hart is een eenzame jager
De doofstomme John Singer is 32 als zijn beste vriend, een eveneens doofstomme Griek, met wie hij al tien jaar een etage deelt in een stad in het zuiden van de VS, ziek wordt en wordt opgenomen in een gesticht. Singer is geschokt en voelt zich eenzaam, maar een jaar later is hij het middelpunt van een groepje erg verschillende, eenzame mensen. De cafetariabaas, de dronken monteur, de onbegrepen zwarte huisarts en het muzikale meisje dat zo graag volwassen wil zijn, zoeken de intelligente, wijze Singer op, omdat ze wél tegen hem kunnen praten, maar hij niet terugpraat. Als Singer na de dood van zijn beste vriend in 1939 zelfmoord pleegt, zijn de vier positief door hem veranderd. Belangrijke thema's in McCullers (1917-1967) fictie zijn isolement en liefde. Het indringendst zijn ze verwerkt in twee klassieke romans 'The ballad of the sad cafe' en deze, haar debuut. Het is een prachtig, soms ironisch verhaal over eenzaamheid en het zoeken naar begrip en liefde van gevoelige mensen.
De terugkeer
Vijf jaar oud was Jennie toen haar vader de hand aan zichzelf zou hebben geslagen. Nu alweer twintig jaar geleden. Zij heeft nooit in die zelfgekozen dood willen geloven. Haar broer Max, die destijds tien was, praat niet graag over vroeger. Maar Jennie kan het verleden niet laten rusten.
Hun vader kijkt vanuit het hiernamaals toe op het leven van zijn dierbaren. Hij heeft de antwoorden op Jennies vragen, maar niemand hoort de doden. En als bij moeder alzheimer wordt geconstateerd, beseft Jennie dat ook zij straks geen antwoorden meer kan geven. Het wordt tijd om de feiten op te graven.